Ook al hebben ze de juiste standplaats en verzorging: rozen zijn vatbaar voor verschillende soorten ziekten en plagen. Bladluis, spint en meeldauw kunnen het de rozen erg moeilijk maken. Wij hebben de meest voorkomende ziekten en plagen bij rozen voor je op een rij gezet.

Bladluis

Bladluizen hebben een voorkeur voor jong blad. De tere bladeren en knoppen worden aangetast door kolonies bladluizen. Ze voeden zich door het sap uit de plant te zuigen. Bladeren gaan krullen en knoppen verwelken. 

Wat kunt u doen tegen luizen op de rozen;                                                          

Spoel de luizen er af met koud water.
Gewoon met de tuinslang eraf spoelen/spuiten.
De rozen kunnen het water ook goed gebruiken en dit is beter dan een chemische bespuiting.

Hieronder nog enkele tips:

  • Plant in de border een aantal lavendelplanten
  • Plant salie of tijm tussen de rozen

Rozen en bladluizen zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden en dat zal altijd zo blijven. De kunst is om daar handig en vriendelijk mee om te gaan. Verdiep je niet te veel in de aanschaf van afdoende biologische en/of chemische bestrijdingsmiddelen of het maken van het hardnekkige foute recept van ‘grootmoeder’: zeepwater en spiritus mengen en over uw rozen spuiten.
Ga nadenken over een regulering van dit natuurverschijnsel. De bladluizen zijn met zeer velen, hebben vaak vleugeltjes én zijn heel actief en jij staat er triest naar te kijken terwijl je wel iets kan doen!

Voor een groot deel gewoon accepteren en soms de natuur volgen en het teveel aan bladluizen van je rozenknoppen, bloemstengels, jonge takken, onderzijde bladeren secuur met een plantenspuit, gevuld met koud water, met kracht wegspuiten.
Dit werkt in een kleine tuin goed, met veel herhalen, maar in een grote tuin is dit natuurlijk onbegonnen werk. Dan is het meer vertrouwen hebben in de natuurlijke ‘vijanden’ van de bladluis zoals: lieveheersbeestjes en haar larven, insecten als de groene gaasvlieg en kleine vogels zoals het roodborstje, winterkoninkje en merel die heel veel bladluizen eten. De lieveheersbeestjes samen met de groene gaasvliegen eten ieder tussen de 200 tot 600 luizen per dag.

Het luizenfeest start bij de ontwikkeling van de knoppen, het voedselrijkste bovenste deel wordt instinctief gevonden van de roos in mei, en het aantal neemt later vanzelf weer af wanneer de rozen vol gaan bloeien.

 

Het lieveheersbeestje als larfje

 

Zaagwespen

Op de jonge bladeren is vraatschade zichtbaar, veroorzaakt door groene larven, zwart gestippeld met een gele kop. Vanaf de rand van het blad wordt de bladschijf weggevreten met uitzondering van de hoofdnerf. De eerste larven verschijnen in mei/juni en de volgende generatie in juli t/m september.

Rozen bladrolwesp

Vanaf midden mei zijn naar onder ingerolde bladeren zichtbaar, veroorzaakt door ei-afzetting van de ca. 5 mm lange wesp in de randen van het rozenblad. De larven vreten gaten in het blad, na vergeling schrompelen bladeren in en vallen af.

Bladroller

De rupsen van de bladroller verschijnen eind april, begin mei en beschadigen de rozen door samenspinnen en vreten aan de jonge scheuten en uiteindelijk ook aan de bloemknoppen. Bij verstoring laten de larven zich naar de bodem zakken.

Trips

De bladeren vertonen aan de bovenzijde kleine, langwerpige, zilverkleurige vlekjes, overdekt met kleine zwarte puntjes. De bladschijf verbleekt en vergeelt. Knoppen misvormen en gaan moeilijk open. Aantasting komt vaker voor in een warm seizoen en op droge plaatsen.

Rozencicade

Deze witte bootvormige insecten bevinden zich aan de onderkant van het blad. Ze zuigen in het bladgroen. Het schadebeeld vertoont zich aan de bovenkant van het blad in de vorm van witte stipjes.

Taxuskever (lapsnuitkever)

De bladeren vertonen invretingen van 0,5-1 cm. Deze worden ‘s nachts veroorzaakt door zwarte/grijsbruine kevers, die zich traag voortbewegen. De pootloze larven zijn wit met een goudbruine kop. Ze voeden zich met de schors van de wortels, de plant kwijnt weg en sterft af.

Echte meeldauw

Op jonge bladeren, scheuten en knoppen verschijnen witte vlekken die bedekt zijn met een witte poederachtige schimmel. Bij een zware aantasting verschrompelen bladeren en vallen af. De ziekte ontwikkelt zich sneller bij warmere dagen en koude, vochtige nachten. Meeldauw overwintert in de knoppen en aangetaste takken.

Sterroetdauw (blackspot)

Het begint met bruine tot paarsachtige vlekjes, die eerst rond en daarna groter met een stervormige rand worden en dan in elkaar overvloeien. Eerst zichtbaar op de bovenzijde, daarna ook op de onderzijde. Bij lichte aanraking vallen de bladeren af. Sterroetdauw overwintert op de afgevallen bladeren. Bij een zware aantasting in de zomer kan men de gehele plant beter terugsnoeien tot ca. 30 cm boven de grond, om nog een tweede keer te laten uitgroeien en bloeien en de bladeren verwijderen.
Als het blad vaak lang vochtig blijft, kunnen de schimmels zich gemakkelijker verspreiden. Dus bij het watergeven de bladeren niet natmaken en het liefst in de ochtend via de grond water geven.

Roest

In de lente verschijnen kleine geelachtige puistjes op de bovenzijde van het blad. Later op de onderzijde geel-oranje gekleurde plekken bedekt met poeder. Langdurig vochtig weer bevordert de ziekte. Planten worden in hun groei geremd en verliezen hun bladeren. In de herfst de aangetaste delen wegsnoeien.

Spint

Bladeren vertonen eerst kleine verkleurde stipjes die vervolgens bronsachtig geel-bruin worden, waarna het blad af valt. Op de onderzijde ziet men zeer kleine oranje-gele of rode spinnetjes (mijten). Bij sterke aantasting zijn jonge scheuten in fijne spinnenwebben gewikkeld. De groei wordt geremd, knoppen verdrogen, bladeren vallen af.

Gouden tips:

Kies voor Excellence of ADR-rozen. Met de juiste verzorging zult u er vele jaren plezier van hebben en weinig met bovenstaande ziektes en plagen geconfronteerd worden.
Liever een gedoseerde groei voor een sterke plant dan een geforceerde groei door overbemesting!